Aan de vriendelijkheid van de personeelsleden zal het echt niet liggen.
Tenminste van de meeste, want waarom geef je een gast die in een rolstoel binnenkomt en maar moeilijk kan lopen een kamer waarvoor hij een trap met smalle treden moet beklimmen, wetende dat er in de gang boven ook nog een gevaarlijke afstap is. Dan heb je nog niet zoveel met hospitality! Eerlijkheid gebiedt te melden dat na het ontbijt iemand een andere kamer heeft aangeboden maar toen waren we al klaar met Fletcher Veldenbos.
Bij het betreden van de kamer kwam je een muffe, vochtige, schimmelige lucht te gemoed.
De vloerbedekking golfde door de kamer. Deze zat ook vol onduidelijke vlekken waar je maar beter niet over nadenkt.
Bij het open zetten van de ramen waren we bang dat deze uit de ongeverfde raamkozijnen zouden vallen. Het gebouw heeft zeker 20 jaar (maar waarschijnlijk nog langer) geen verfkwast gezien.
De natte ruimte (want een badkamer mag het niet heten) bestaat uit een toilet op kleuterhoogte en als je deze gebruikt zit je met de knieën klem onder de wastafel. Verder is er een regendouche die bij gebruik de natte ruimte blank zet omdat het douchescherm met geen mogelijkheid tot schuiven te bewegen is.
Hobbelige knobbelige bedden maken dit geheel volgen Fletcher tot een 3 sterren ‘hotelkamer’.
Eén ding is duidelijk: ambassadrice Mirna heeft hier waarschijnlijk nog nooit haar gezicht laten filmen!